Interview met stichting Single SuperMom
In gesprek met Eva Yoo Ri Brussaard, 40 jaar, oprichtster en directeur van stichting Single SuperMom. Eva’s persoonlijke geschiedenis, waarin ze geconfronteerd werd met de verschillende moeilijkheden die veel alleenstaande moeders tegenkomen in Nederland, heeft ertoe geleid dat ze zich wilde inzetten voor andere alleenstaande moeders. Ooit klein begonnen vanuit haar eigen woonkamer is de stichting sinds 2008 uitgegroeid tot het grootste netwerk van alleenstaande ouders en kinderen in Nederland. Het grootste deel van de organisatie wordt gerund door enthousiaste vrijwilligers ondersteund door ervaringsdeskundigen en professionals. Dagelijks krijgen zij vragen van alleenstaande ouders die in dezelfde situatie zitten als Eva destijds. Waarom zij dit netwerk is begonnen en waar Single SuperMom als organisatie deze specifieke doelgroep bij kan helpen lees je in dit interview.
Wat is de aanleiding geweest om Single SuperMom op te richten?
“Ik was jong, alleenstaand en ongepland zwanger. Als ik terugkijk naar die periode is dat toch wel de meest ongelukkige, meest eenzame en moeilijke periode in mijn leven geweest. Niet alleen omdat je te maken hebt met de hormonen en je veranderende lichaam als je zwanger bent, maar ook je toekomst. Hoe sta ik ervoor? Wat gaat de toekomst mij brengen? Tijdens je zwangerschap hoor je op een roze wolk te zitten. Je ziet dat je omgeving dat ook verwacht. Alleen is dat niet altijd zo.
Ik wist toen ik zwanger was dat ik mijn kind zou laten komen. Ondanks dat het er misschien niet goed voor stond. Voor mij was het belangrijk om te beseffen dat ik wist dat ik elke dag moest streven naar een beter leven voor mijzelf en mijn kind. Als het mij goed gaat, gaat het automatisch ook beter met mijn kind. Ik moest economisch zelfstandig worden en een goede moeder zijn. Het is heel lastig om zelf het vertrouwen te vinden om dat te kunnen doen wanneer je in eenzaamheid en verdriet zit. Zonder enige vorm van netwerk of toekomstperspectief.
Op zoek naar informatie ben ik tijdens mijn zwangerschap naar boekenwinkels gegaan, maar nergens vond ik boeken over zwanger en alleen zijn. Toen besloot ik eigenlijk een beetje ‘therapeutisch’ alles te noteren rondom mijn zwangerschap. Hoe voel ik mij? Waar loop ik tegenaan? Ook heb ik zelf veel zaken opgezocht over ondersteuning en regelingen voor alleenstaande moeders en jeugdzorg, omdat niemand mij die kennis aanreikte. Tijdens mijn zwangerschap heb ik begeleiding gehad vanuit Siriz en vanuit daar heb ik een goede start gehad, maar na de zwangerschap ervaarde ik eigenlijk dat alles weer op mij neer kwam.
Wat ik toen miste als moeder was eigenlijk een soort netwerk of platform waar moeders en lotgenoten elkaar kunnen helpen, als vriendschap of andere hulp. Waar je terecht kan met hulpvragen om weer terug te komen in het arbeidsproces en de samenleving. Dat netwerk was er gewoonweg niet, maar dankzij het ministerie van OCW en de steun van twee beleidsmedewerkers konden wij het netwerk opzetten.”
Wat kan de organisatie betekenen voor de doelgroep?
“Alleenstaande ouders in verschillende regio’s hebben een heel specifieke problematiek. Vaak is deze doelgroep oververtegenwoordigd op armoede en eenzaamheid. Voor mij was het daarom belangrijk om eerst dat netwerk van de grond te krijgen. Dat is me gelukt en dat hoefde ook helemaal niet veel te kosten. Het is namelijk vrijwillig werk waar mensen elkaar stimuleren en elkaar ‘empoweren’. Doordat mensen elkaar weten te vinden, helpen en doorverwijzen werd dat netwerk alsmaar groter.
We krijgen dagelijks vragen van ouders die in dezelfde situatie zitten als ik destijds. En wat ik zie is dat de problemen die er toen waren nu nog steeds hetzelfde zijn. Alleenstaande moeders hebben te maken met de zogenaamde 'triple bind'; wat je een onmogelijke driehoek zou kunnen noemen. Alleenstaande moeders hebben veel minder hulpbronnen; ze staan alleen voor de zorgtaken en het huishouden én alleen in het gezinsinkomen voorzien. Daarnaast hebben ze te maken met achterstanden op de arbeidsmarkt. Zowel met de loonkloof tussen mannen en vrouwen als de zogenaamde 'babyboete', het inkomen dat moeders inleveren zodra er kinderen komen. Alleenstaande moeders hebben ook nog eens vaak banen met de laagste inkomens en de minste kans op promotie en de grootste onzekerheid. Dat zagen we nu ook heel duidelijk met corona. En de verschillen op de arbeidsmarkt worden alleen maar groter. Om de driehoek compleet te maken is beleid ook nog te vaak gericht op het klassieke tweeoudergezin, waardoor het voor alleenstaande moeders ontoereikend is of zelfs hun situatie nog ingewikkelder maakt. Denk aan het gebrek aan goede, betaalbare kinderopvang óók op de uren dat moeders met onregelmatige uren werken en een toeslagensysteem dat aansluit bij de flexibilisering van de arbeidsmarkt waarmee heel veel moeders te maken hebben. Zorg, arbeid en beleid trekken alle drie aan moeders.
Vanuit de organisatie hebben we als missie te zorgen dat deze drie pijlers goed op elkaar aansluiten. We willen alleenstaande moeders weerbaarder te maken, hen stimuleren om zelfredzaam te zijn en (vrijwilligers)werk te zoeken en ze daar door te verwijzen waar nodig om adequate hulp te vinden bij de verschillende instanties. Deze hulp bieden we ook zelf door middel van coaching, workshops en een informatiemarkt.”
Wat had jou specifiek kunnen helpen als alleenstaande moeder?
“Ik heb zelf ook op de armoedegrens geleefd. Ik heb mijn studie niet af kunnen maken en woonde drie hoog achter in een achterstandswijk. Ik zat niet lekker in mijn vel. Mijn zoon is hoogbegaafd. Toen mijn zoontje geboren was merkte ik vanaf jongs af aan al dat hij goed kon leren. Veel beter nog dan ik. Je merkt dat hij zich ontwikkelt en dat hij je als rolmodel ziet. Voor mij was het daarom ontzettend belangrijk dat ik zo snel mogelijk in een arbeidsproces terecht zou komen. Ik wilde echt werken aan mijzelf. Dat was voor mij het keerpunt en daarom ben ik ook begonnen met het ontwikkelen van het programma ‘Durven doen’.
Ik kwam er al heel snel achter dat naast een netwerk het heel belangrijk is dat je economisch zelfstandig bent. Dat je zorgt dat je het redt. Als ik dan naar mijn eigen leven kijk miste ik een soort ‘zwanger maar alleen plus’ project. De echte armoede en het echte falen zit hem voor mij in het feit dat kinderen en ouders niet de kans krijgen om armoede en hun problemen te ontstijgen. Ik gun dat alle alleenstaande ouders en vind het belangrijk dat gezinnen al eigenlijk voordat ze zwanger worden al goede keuzes maken. Het liefst samen met een partner en dat zij goed kunnen praten over bijvoorbeeld de taak- en zorgverdeling. Vader en moeder moeten beide verantwoordelijk zijn voor de kinderen.”
Je had het net over het programma ‘Durven doen’, wat doen jullie in dit programma?
“Naast het OCW hebben we ook samengewerkt met Sociale Zaken om de arbeidsparticipatie te vergroten. Dit leerprogramma is een project voor ouders waarin ze ondersteuning krijgen in het vinden van de juiste instanties, het vormen van een netwerk, het vinden van informatie en het opnieuw participeren in een arbeidsproces. We willen de moeders motiveren om hun interesses te ontdekken en bepaalde patronen te doorbreken en hierdoor anders en effectiever te gaan denken. Het is tegelijk ook een programma om te zorgen dat ze uit de armoede komen, zonder dat ze daar te veel stress bij ervaren. Dat hebben we tegenwoordig al genoeg.”
Hoe borgen jullie de resultaten voor dit project?
“Er komt een enorme kracht uit de vrijwilligers vanuit teleurstelling en onrechtvaardigheid. Onze vrijwilligers werken soms wel 40 uur per week, dienen moties in, lobbyen en krijgen het gewoon voor elkaar. Daarnaast wonen er in elke gemeente alleenstaande ouders, die raken ook weer met elkaar in contact, waardoor het netwerk is gegroeid tot wat het nu is. Tegenwoordig hebben we zo’n 38.000 volgers en krijgen honderden telefoontjes of berichten per dag. Eigenlijk moet er landelijk meer ondersteuning komen voor de organisatie, om ze via een soort voorportaal door te kunnen sturen. Als ik de situatie nu bekijk zijn er nog steeds veel zwangeren die zich in de steek gelaten voelen en de drempel van de hulpverlening vinden ze nu vaak gewoon te groot. Het grootste probleem is niet dat moeders alles alleen moeten doen, maar dat het systeem het onmogelijk maakt zorg en voldoende inkomen te combineren. Ook zijn er problemen onder migranten, illegalen, asielzoekers die alleen komen te staan. Die weten niet eens hoe ze al die voorzieningen kunnen aanvragen. Die hebben echt heel veel baat bij om hulp te kunnen krijgen in hun eigen taal. Ik vind dat Amsterdam dat bijvoorbeeld echt super goed doet. Dat is echt een gemeente waar ik heel trots op ben. Alleenstaande ouders kunnen daar gebruik maken van een inloophuis. Daar zitten professionals die met hun de situatie bespreekt. Ze krijgen informatie over voorzieningen waar ze recht op hebben, zodat ze niet weer in de armoede komen. Ze krijgen hulp bij hun huisvesting en uitkering en worden verder doorverwezen. Zowel in het Spaans Portugees, Nederlands of Arabisch. Dat vind ik echt een heel goed positief voorbeeld.
We hebben destijds een motie ingediend voor een 1ouderpunt en die is geaccepteerd en daardoor hebben we nu dit huis en kunnen we deze langdurig en (duurzaam) in de lucht houden en kunnen we die support ook echt bieden. Want wat ik vaak bij gemeenten zie is dat dit soort initiatieven vallen onder tijdelijke projecten waar maximaal 5000 euro aan wordt besteed. Daar kun je geen duurzaam traject of netwerk mee creëren, plus de risico’s zijn daar gewoon te groot voor als organisatie. Dit zijn namelijk vaak moeders met multiproblematiek, zonder werk of werkervaring.”
Welke reacties heb je al gekregen sinds het oprichten van deze stichting?
“Herkenning, erkenning en ze voelen zich veilig. De vrouwen in ons netwerk kunnen dingen met elkaar delen, zoals foto’s, maar ook vragen over zwanger zijn of jeugdzorg. Onze Facebookgroep is beveiligd, iedereen die zich aanmeldt screenen we. En als iets niet klopt of als we het niet vertrouwen halen we diegene uit de groep.”
Bekijk de website van stichting Super SingleMom