Interview Gerda Groen: 'versterken ouderschap'
Gerda Groen is programmaleider Home-Start Nederland en Ambassadeur van Kansrijke Start. Als projectleider op het Landelijk Steunpunt van Home-Start faciliteert Gerda de ruim 130 coördinatoren, bewaakt de kwaliteit, onderhoudt de externe contacten zowel nationaal als internationaal en denkt mee over de positionering binnen het sociale domein van de informele zorg aan gezinnen.
Home-Start is een wereldwijd programma voor opvoed- en gezinsondersteuning bij lichte, alledaagse opvoedvragen. Ervaren en getrainde vrijwilligers bieden ouders vriendschappelijke ondersteuning en praktische tips bij het opvoeden van kinderen. Het Home-Start programma wordt in Nederland in meer dan 150 gemeenten aangeboden. Home-Start wordt wereldwijd in meer dan 20 landen uitgevoerd. Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat de ondersteuning na 10 jaar nog steeds een blijvend positief effect laat zien op zowel de opvoedvaardigheden van de ouders als op het kindgedrag.
(Sept. 2020, door Anne-Katrien Ausems)
Wat zijn volgens jou de werkzame elementen voor een Kansrijke Start?
“Vanuit het actieprogramma Kansrijke Start worden in 275 gemeenten lokale coalities gevormd. Home Start zit in 160 gemeenten en is vaak een onderdeel van de lokale coalitie. Een mooie ontwikkeling want wat mij betreft zouden alle ouders laagdrempelige ondersteuning moeten kunnen krijgen.
Alle ouders zijn kwetsbaar in hun (jonge) ouderschap en hebben vragen. Wanneer we er tijdig bij zijn kunnen we voorkomen dat kleine vragen, jeugdzorgvragen worden. Sinds vorig jaar kan Home-Start al tijdens de zwangerschap worden ingezet.”
Waar zie jij kansen voor het vervolg van het actieprogramma?
“Ik zie veel kansen op het gebied van samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwillige ondersteuners en ouders zelf. Het is daarbij fijn dat de verloskundigen en gynaecologen het gesprek met de aanstaande ouders aan kunnen en durven gaan over twijfels en onzekerheden over de zwangerschap en aankomend ouderschap, wat die ook mogen er zijn. Het is van belang dat we het versterken van de rol van de ouder voorop zetten: geef de ouder meer zelfvertrouwen en vergroot de opvoedvaardigheden van de ouder. Daardoor kunnen kinderen veiliger en beter gehecht opgroeien, wat problemen op latere leeftijd en inzet van duurdere zorg voorkomt.”
Stel: je was een dag de minister van VWS…. Wat zou je als eerst gaan regelen?
“Minister Hugo de Jonge van VWS zei eerder: – “Opvoeden kan soms knap ingewikkeld zijn”. Laagdrempelige ondersteuning kan helpen om te voorkomen dat gewone opvoedvragen jeugdzorgvragen worden. De vrijwilligers van Home-Start bieden gezinnen al 25 jaar die ondersteuning. En daar waar ik gemeenten spreek, zal ik met veel verve vertellen over dit programma. Het is een belangrijke vorm van steun. Ik zou als minister Home-Start in ieder geval beschikbaar willen stellen binnen alle 275 gemeenten met een lokale coalitie, maar liefst over heel Nederland. Ieder gezin heeft immers recht op passende ondersteuning.”
Hoe zie jij je rol als ambassadeur Kansrijke Start vanuit de landelijke coalitie?
“Ik vind het belangrijk dat de informele ondersteuning van aanstaande jonge gezinnen ook een vaste plek krijgt binnen Kansrijke Start. Het is zo belangrijk dat er een samenwerking op gang komt tussen vrijwilligers en beroepskrachten. Het is niet of-of, maar meer en-en steeds uitgaande van de behoefte van de ouder.”
Hoe zie jij de rol van de geboortezorg binnen Kansrijke Start?
“Aanstaande ouders moeten veel vragenlijsten invullen. In de gesprekken die beroepskrachten uit de geboortezorg voeren met aanstaande en jonge ouders zullen ongetwijfeld ook de twijfels, zorgen en onzekerheden ter sprake komen. Ouderschap maakt kwetsbaar. In die gesprekken kan benoemd worden dat de onzekerheden erbij horen maar dat het wel belangrijk is om hierover in gesprek te gaan en dat dit ook kan met een vrijwilliger met opvoedervaring.”
Is er verder nog iets wat je wilt delen?
“In onze hulpverlening zetten we steeds het kind centraal, dat is tot op zekere hoogte goed. Uiteindelijk moet het belang van het kind altijd leidend zijn, maar dit betekent niet dat een kind bij problemen snel een diagnose moet krijgen, dit heeft grote impact op het kind. Laten we ons voornemen om vooral te kijken naar het hele systeem. Zodat we in staat zijn om aanstaande ouders of jonge ouders goed te kunnen ondersteunen en in te zetten op het versterken van het ouderschap in plaats van het probleem van het kind centraal te stellen.”