Dankjewel voor jouw bijdrage aan de Landelijke coalitie Mascha!
“Toen jullie mij voor dit interview vroegen, dacht ik: dit is wat ik kan en wat ik leuk vind!” vertelt Mascha Kamphuis enthousiast via Zoom. Praten gaat relatief goed, gelukkig. Mascha was werkzaam als jeugdarts en actief lid van de Landelijke coalitie toen ze in 2021 plotseling een hersenbloeding kreeg als gevolg van een hersentumor. Na de diagnose werd snel gehandeld: de volgende ochtend werd ze al geopereerd. Sinds de operatie heeft ze niet-aangeboren hersenletsel en moet ze diverse functies weer opbouwen. Alles gaat nu langzamer en anders dan vroeger.
Wat mis je het meest van de situatie voor de hersenoperatie?
Bijna te veel om op te noemen! Een van de thema’s waar ik mee worstel is: zorgen voor een ander. Ik moet nu meer voor mezelf zorgen. Mijn werk bestond uit het zorgen voor en ondersteunen van de ander. Als jeugdarts, als medisch directeur, in wat ik schreef, wat ik presenteerde. Ik wilde weer terug in de praktijk als vertrouwensarts. Ik miste in mijn werk bij het LECK (Landelijk Expertise Centrum voor Kindermishandeling) de patiënt. Nu gaat dat alles niet meer.
Vind je het lastig dat je nu niet voor anderen kunt zorgen, zoals je dat deed?
De neiging om voor een ander te zorgen is enorm groot. Terwijl dat niet kan zoveel als ik dat deed, dus loop ik tegen grenzen aan. Zorgen voor kost veel energie, dus dat moet ik echt doseren en er bewust voor kiezen. Ik heb in het begin echt wel moeite gehad met mijn gevoel van waarde: Wat ben ik waard als ik niet kan zorgen of geen baan heb? Ik geloof inmiddels dat ik genoeg waard ben.
Je koos er ooit voor om dokter te worden omdat het zorgen voor de ander diep in je zit. Je bent gepromoveerd, werd arts maatschappij & gezondheid met als specialisatie jeugdgezondheid, was zes jaar (vice)voorzitter van de AJN (Jeugdartsen Nederland) en sinds eind 2018 directeur van het LECK. Had je dat destijds verwacht toen je begon als dokter?
Ik wilde met kinderen werken: dat was het enige dat ik wist. Ik kende alleen maar de kindergeneeskunde. Dat deed ik in Gouda, maar ik was niet helemaal tevreden. het voelde als brandjes blussen – ook heel belangrijk – maar ik miste een soort bodem. Via TNO ontmoette ik jeugdartsen: zij waren heel sociaal bezig en meer met die bodem: voorkomen dat het slechter wordt, preventie. Wat me ook aansprak is dat je met het hele gezin werkt en de omgeving ook betrekt. De maatschappij en het gezin. Tijdens mijn bestuursfuncties bij de beroepsvereniging AJN heb ik er mijn missie van gemaakt om overal tussen te komen en echt gezien en erkend te worden als jeugdarts.
Toen kwam het actieprogramma Kansrijke Start en de Landelijke coalitie op je pad en dat sloot natuurlijk perfect aan bij je missie. Hoe kijk je terug op Landelijke coalitie?
Ik heb alle kennis binnen het actieprogramma meegenomen bij presentaties aan bijvoorbeeld jeugdartsen, psychiaters en kinderartsen. Om ze vol passie te vertellen over dat fundament van de eerste duizend dagen. Mijn missie toen was vooral bewustwording: want het begrip is, verrassend genoeg, nog steeds nieuw voor veel mensen. Ik vond het vooral in de coalitie heel inspirerend om verhalen van anderen te horen, zoals die uit de praktijk van de verloskundige en de gynaecoloog.
Is het voldoende om presentaties te geven en elkaars verhalen te horen?
Beleid maken gaat altijd traag. Echte bewustwording en vervolgens dat mensen er ook naar gaan handelen, kost heel veel tijd. Het gaat niet snel genoeg, maar ik ben heel erg van het glas halfvol. Er is een begin en ik voel dat het beweegt. Dat is al heel mooi. Een zaadje dat gepland is. Ik ben zeker drie jaar geleden met een werkgroep begonnen, met daarin jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, en een kinderarts, die als doel heeft om die bewustwording in de praktijk van de jeugdgezondheid(szorg) te borgen en meer handen en voeten te geven. Het gaat zeker traag en soms vraag je je af: waar doen we het voor? Maar net als met wetenschappelijk onderzoek is het een klein radartje in het grote geheel en draagt het beslist bij.
Wat geef je ons mee als Landelijke coalitie? Waar moeten we op letten en wat kunnen wij nog leren?
Vooral niet opgeven: blijf agenderen! Hoe taai ook. Ook als je soms denkt: wat moet ik nog? Doorgaan! Praktijkvoorbeelden blijven delen. Hoe kun je het praktisch maken, zodat het in diezelfde praktijk ook resoneert.
En wat moeten we echt niet kwijtraken?
De verbinding met elkaar, van elkaar leren en uitwisselen. Deze kracht zit natuurlijk enorm in de coalities, ook de regionale en lokale. Soms is het taai, het kost altijd energie, maar het is cruciaal. Daar zit de meerwaarde in.
En wat ga jij nu doen?
Ik ben actief op sociale media, met artikelen en podcasts en ben ook bezig met een boek. Bij dit alles deel ik mijn ervaringen met hersenletsel. Zo kan ik delen met andere mensen, maar niet ten koste van mezelf. Dit is een mooie winst. Door iets te doen wat dichtbij mezelf ligt, kan ik toch stiekem iets voor de ander doen. Ronald Giphart gaat het boek over mij en mijn hersenletsel schrijven. Daarvoor interviewde hij onder andere mij, mijn vriend, de neurochirurg, mijn leidinggevende en veel vrienden. Het boek komt in de zomer van 2023 uit. Jullie gaan dus zeker nog van mij horen!
Wil je Mascha blijven volgen? Twitter @M1Kamphuis LinkedIn: Mascha Kamphuis